Wat je graag wil weten als slechte slaper

Ongeveer 10% van de bevolking slaapt chronisch slecht. Vooraleer onmiddellijk aan de slag te gaan om een goede slaper te worden dien je te onderzoeken hoe het nu eigenlijk met jouw slaap is gesteld en wat de oorzaak daarvan is.

Ongeveer 10% van de bevolking slaapt chronisch slecht. Vooraleer onmiddellijk aan de slag te gaan om een goede slaper te worden dien je te onderzoeken hoe het nu eigenlijk met jouw slaap is gesteld en wat de oorzaak daarvan is.

In de eerste plaats gaat het om slaaphygiëne. Je onderzoekt hoe je je slaap positief kan beïnvloeden en slechte gewoontes kan aanpakken.  Ga na wat jouw gewoontes zijn en pas indien nodig aan. Het gaat in het bijzonder over :

  • het gebruik van cafeïne (activeert),
  • gebruik van nicotine (eveneens een stimulerend middel),
  • voeding (spijsvertering vraagt veel energie wat de slaap verhindert),
  • actief zijn (sporten voor het slapen verhindert werking van het slaaphormoon)
  • inrichting van je slaapkamer (maak het prikkelarm en gebruik enkel om te slapen en vrijen)
  • slaapmutsje? (alcohol is een verstoorder van natuurlijk slaappatroon)
  • dutten overdag is af te raden voor slechte slapers (behalve bij herstel van burn-out)

Annelies Smolders benoemt een vicieuze cirkel van de slapeloosheid bestaande uit vier componenten : slaapbelemmerende gedachten, slechte slaapgewoonte, spanning en stress en ten slotte de gevolgen voor je dagelijkse leven.

Om hierop meer zicht te krijgen adviseert zij slechte slapers die hun gewoontes willen veranderen om eerst te inventariseren hoe het met hun slaap is gesteld. Dit door zelfobservatie, namelijk het bijhouden van een slaapdagboek waarin je de vier componenten aan bod probeer te laten komen. Doel is om te patronen te ontdekken en zo aan te pakken.

Concreet houdt dit in dat je bijhoudt :

  • hoeveel uren je slaapt en wakker bent (geen kwartiertjes gebruiken)
  • welke elementen veroorzaken spanning – stress
  • zijn er piekergedachten
  • wat is jouw routine voor het slapengaan (en eventueel ’s nachts – hoeveel x sta je op en wat doe je dan)

Onderzoek waar het bij jou fout gaat en ga hiermee aan de slag.

Extra tip : neem elke ochtend, middag of avond 5 à 10 minuten tijd om niets te doen. Ga dan even zitten, muziek luisteren, wandelen of doe een ontspanningsoefening. Je zal merken hoeveel positief effect dit op jou heeft. Lukt het niet? Besef dan hoe weinig je jezelf gunt. 

Veronique Bundervoet (psychologe – stress en burnout coach)